PATRONEN
Een patroon is een figuur dat herhaalt wordt en dient als versiering. Patronen worden vaak ontworpen voor stoffen die gebruikt worden voor bijvoorbeeld kleding of beddengoed. Er zijn ook veel digitale patronen die voor veel doeleinden te gebruiken zijn, hieronder zie je een aantal digitale voorbeelden.
OEFENING - WERKWIJZE
1 |
Teken 2 of 3 balken in het midden van je papier. Afmeting: 3x15 cm Verdeel de balken in vakjes van 3x3 |
2 |
Rij 1 - teken in elk vakje een ander patroon met je aquarelpotloden TIP: Je hebt geleerd dat je met een verschil van druk op het potlood licht en donker kan tekenen, dit kan je gebruiken bij je patronen. |
3 |
Rij 2 - teken in elk vakje een ander patroon en bewerk met water TIP: Knijp het water uit je kwast, dan kan je heel precies werken. TIP: Wil je dat kleuren niet in elkaar overlopen, laat de kleur eerst opdrogen voordat je met de naastgelegen kleur verder gaat. |
4 |
Rij 3 - naar invulling van jouw docent |
BELANGRIJK
BEOORDELING
Je wordt op alle onderdelen of stappen beoordeeld, daarbij let de docent op:
- Werk geconcentreerd en zorgvuldig, originaliteit is bij deze opdracht heel belangrijk.
- Werk vlot door! Een werkstuk moet af zijn om voldoende beoordeeld te worden.
BEOORDELING
Je wordt op alle onderdelen of stappen beoordeeld, daarbij let de docent op:
- Vorm - de vormgeving van je patronen
- Techniek - tekentechniek en techniek van bewerking met water